U bevindt zich nu op: Campfens Kees 2

1965-1966 van binnen
Vlug de schakelaar op m'n kop weer op "Het zeer schone lied" gezet en er flink tegenaan. Nadat iedereen weer aan elkaar gewend was brak er een tijd aan van hard werken. We werden steeds professioneler, de jaarlijks terugkerende Tac Evals werden steeds moeilijker. Een woord als "tacevalitis" werd uitgevonden en we moesten er voor oppassen dat onze training bleef afgestemd op oorlogsomstandigheden en zich niet ging richten op Tac Eval alleen: Squadron Intell kwam ook helemaal van de grond en die Intell lui zetten iedereen op intellgebied flink de duimschroeven aan. Het Centralised Maintenance systeem  liep goed en afkortingen als BB kregen voor ons een heel andere betekenis dan voor de burger. Op de lijn werden de zaken in de hand gehouden door een ijzersterk figuur als Firing en de produktie van 314 in z'n geheel lag op een hoog peil. De moves naar Noorwegen verliepen steeds soepeler. De improvisatie vierde hoogtij en het aantal Friendships om ons te verplaatsen nam gestaag toe. Buiten nuttige zaken zoals dienstfietsen etc. gingen ook aangename uitrustingsstukken als vishengels en skies mee om over het natje en droogje maar te zwijgen. Na alle sterke verhalen viel het sommige figuren erg tegen dat er ook nog hard gewerkt moest worden als ze voor de eerste keer meegingen. 1965 en 1966 vlogen om en het werd weer hoog tijd om instrukteur te gaan spelen dus schakelaar op "Boe" en naar 315.
 
1967-1972 van buiten
Deze periode betekende voor 314 veel veranderingen. De ouwe getrouwe Thunderstreak werd opgedoekt en de nieuwe F-5 zou hem vervangen. Iedereen in de luchtmacht was geconcentreerd op de komende kist en er werd nauwelijks op gelet wat men nog met de F-84F deed. Dit betekende voor 314 een vrijgevochten leven met veel vliegen en veel buitenlandse trips. Half 1970 verdween ook 315 nog naar Twenthe en doordat steeds meer 84's werden ingeleverd werd het stil op Eindhoven en iedereen was blij toen eind 1970 eindelijk de eerste F-5's op Eindhoven landden. De oude hoofdbaan werd te oud verklaard voor de nieuw F-5 en vanaf  die tijd werd de parallelbaan in gebruik genomen en al spoedig omgedoopt tot "fietspad". Dit hield in: nooit meer starten en landen in formatie, strengere crosswindlimieten, met als gevolg veel buitenlandse landingen om toch geoefend te blijven en uitwijken als het te hard waait, arme moeders. Een ander feit is dat nog nooit een F-5 van deze smalle baan is getuind, wel Friendships. Om de omscholing van de vliegers te bespoedigen werd Canada ingeschakeld en gingen de vliegers in twee groepen naar Coldlake voor de check-out. De TD ging naar Twenthe voor de F-5 cursussen en voor de eerste helft was er nauwelijks sprake van 314. Vooral toen op Eindhoven 316 weer werd opgericht en men gecombineerd ging werken. Opgeteld noemden we deze twee squadrons 630 oftewel "sexdirty". Tot nog toe was het geen enkel squadron gelukt om "Het zeer schone lied" te overstemmen; 316 gebruikte echter scheidsrechterfluitjes en die waren niet te overschreewen. De enige oplossing was om 316 naar Gilze-Rijen te sturen, jammer voor 316, maar "eigen schuld is goud waard". Veel getrouwe Eindhovenmakkers van de TD en ook wel vliegers verdwenen met lange gezichten naar het westen en plotseling zat 314 alleen op de basis. Voor het eerst als enig operationeel squadron op Eindhoven. Deze nieuwe situatie leverde allerlei problemen op. 314 had het gevoel of de hele basis zich alleen maar met hen bemoeide. Wanneer vroeger de crewchiefs of vliegers iets hadden uitgevreten kon men nog kiezen tussen 314 of 315, nu was 314 altijd de boosdoener. Het squadron van zijn kant had het idee dat iedere baas probeerde squadroncommandant te spelen en twijfelde sterk aan het nut van Bedrijfsbureau en Wing-Ops. Maar 314 zou 314 niet zijn als het ook deze periode niet snel te boven kwam. Een move naar Rygge bracht de spirit flink omhoog en een ijzersterke Bill v.d. Werf tremde iedereen weer in het operationele gareel. In 1972 werd het weer eens tijd om te veranderen en werd ik Ops officier bij 314. 
 
1972-1975 van binnen
Schakelaar weer op zingen, weer indrinken, weer op tafel staan draaien en het zeer schone lied galmen.Gelijk de eerste Noorwegen-move met F5's, veel vliegen. De shelterbouw begon en 314 kon voor ruim twee jaar verkassen naar de oude 315 area. Het verblijf, zo centraal op het vliegveld, is ons uitstekend bevallen. Aktiviteiten zoals deelname aan "Bulls Eye", schietcompetities, squadronrotatie Italië, squadron weaponmeet en AMF-move Denemarken volgden elkaar razend snel op evenals de vliegers. De continu doorstroming van jonge vliegers, die na ± 1 jaar naar de F-104 gingen, zorgden ervoor dat het squadron jong bleef, maar ook steeds weer opnieuw moest beginnen en qua standaard niet veel verder kwam. In een vliegerloopbaan is volgens mij de tijd als Ops officier de drukste. Je hebt het gevoel of alles wat maar enigzins met vliegen te maken heeft op jouw rug terecht komt. Op geen enkele plaats heb je zo je vinger aan de pols van het vlieggebeuren als op Ops. Zijn de resultaten goed dan geeft het erg veel voldoening, maar het volgende moment krijg je een pak ellende naar je toe geslingerd die je al het mooie doet vergeten. Aan de ene kant liggen stapels orders en voorschriften waar je je aan moet houden en aan de andere kant moet je het squadron trainen voor oorlogstijd. Houd je je strikt aan de orders dan kan je net zo goed airliners gaan vliegen. Train je voor de oorlogstaak dan overschrijd je de regels. De Ops officier mag het uitzoeken, het geeft niets, wat hij ook doet, het is toch fout. Geweldig is dan de steun van de hogere heren op de basis en verder in de luchtmacht. Je komt er dan achter dat er veel meer goeie kerels met een hoop strepen op lopen dan je ooit had gedacht en dat het werken naar de geest van de wet in plaats van volgens de letter wel wordt gewaardeerd. Begin 1974 kregen we te maken met de oliecrisis. Dit betekende voor ons naar het buitenland om te tanken. Daar hadden we geen bezwaar tegen, de Noren wel en daarom ging de AMF-move naar Bodø niet door. Vliegurenrestrictie was de volgende stap. Gevolg: de beschikbare uren effectiever gebruiken, geen gaten boren en zoveel mogelijk non JOB vliegen. Doordat ergens iemand werd overgeplaatst ontstond er zo'n bekende stoelendans en begin 1975 zat ik plots op Wing-Ops.
 
1975 van buiten
Vlak na mijn vertrek ging 314 terug naar eigen gebied en werden de shelters en bunkers in gebruik genomen. Ook Wing-Ops werd verplaatst. het aanpassen aan deze nieuwe omstandigheden ging geweldig en zoals we nu werken lijkt het wel een James Bond film. Op Wing-Ops zitten vas niet zo leuk maar na 1 dag dienst had je 2 vrij om te vliegen en dat was geweldig. Op een squadron rondlopen met niets anders te doen dan vliegen was een openbaring. Rustig je tripjes voorbereiden en vliegen of anders aan de bar hangen bij de sterke verhalen. Eindelijk weer eens tijd om je eigen vliegkaart te maken. Na 1½ jaar Wing-Ops rust was het weer 314. 
 
1976 voor het laatst van binnen
En laat ons nog éénmaal.........? Nu ben ik dus bezig aan m'n laatste toer 314. Na commandant is er niets meer op dit squadron. Heel wat keertjes heb ik bij de troep gestaan en gekeken hoe een commandowisseling plaats vond. Steeds weer vroeg ik me af hoe die man zich voelde die daarbij de woorden: "Hierbij aanvaard ik het commando over 314 squadron" uitsprak. Nu maakte ik het zelf mee. Nu, ik vond er gewoon niets bijzonders aan. Je staat daar en je doet het omdat het moet en omdat het zo hoort maar eigenlijk ben je gewoon een ervaring rijker en een illusie armer. Er gebeurt niets met je en je blijft gewoon dezelfde kloot die je daarvoor was. Het werk als baas is heel anders dan alles wat ik tot nog toe als vlieger heb gadaan. Omdat ik er nog middenin zit, laat ik me er verder niet over uit. Wel wil ik beweren dat de mooiste tijd die een vlieger in z'n loopbaan kan meemaken die is van vluchtcommandant. Vliegen is dan echt je hoofdtaak en door je ervaring doe je aan alles mee en veel bijkomstigheden worden door de Ops officier geregeld. Na vluchtcommandant wordt het vliegen veel meer controlerend en sta je bij oefeningen meestal aan de grond.
 
Tot besluit
Bij het ontmoeten van oude maten wordt erg veel gesproken over die goeie ouwe tijd. De meesten denken dat het vroeger veel leuker was, dat er meer spirit in zat en er veel meer lol werd getrapt. Nou, vergeet het maar, ik mag niet uit de school klappen, maar ik verzeker u dat 314 nog steeds bruist, gist en zo nu en dan overkookt. Op dit moment worden de sterke verhalen van over vijf jaar gemaakt en volgens mij zal het altijd zo blijven. Dat 314 veranderd is in die 25 jaar zal niemand tegen tegenspreken, maar de veranderingen zijn verbeteringen. De mentaliteit van de mensen is veranderd, maar ook hun maatschappelijke positie. De opleidingen zijn sterk verbeterd, evenals het materieel. Dit alles heeft tot gevolg dat ook de prestaties op een hoger peil zijn gekomen. Ter illustratie: de tijd over een doel moest in 1956 binnen de 30 seconden worden waargemaakt. Via allerlei tussenstappen is dat nu 3 seconden geworden en de vliegers hebben er niet meer moeite mee dan toen. Veel wordt er geproken over de mentaliteit van de huidige jongens. Ik verzeker u dat het allemaal fijne kerels zijn, nog net zo enthousiast als vroeger, alleen veel beter opgeleid en daardoor bij aankomst op het squadron op een veel hoger peil. Natuurlijk praat iedere ouwe makker van 314 met weemoed over toen en alles wat we nu hebben en zijn, hebben we aan onze voorgangers te danken, maar niemand zou de tijd van vroeger terug willen, zo zal het over 25 jaar weer zijn en da's mooi, da's g.v.d. mooi. Kees Campfens