U bevindt zich nu op: Coppes

Ik ben op 5 Februari 1952 opgekomen in de Kraayenhof kazerne te Nijmegen. Daar heb ik mijn basis opleiding gekregen o.a. van een 1e ltnt.der mariniers die als peletonscommandant fungeerde. Zijn naam kan ik mij niet meer herinneren, maar deze man heb ik later op de basis Eindhoven weer ontmoet, waar hij mij vertelde dat hij een opleiding kreeg als vliegverkeersleider.Na mijn basisopleiding ben ik in afwachting van het begin van de cursus bewapeningsmonteur in Deelen, enkele weken in Fort Honswijk bij Utrecht geplaatst. In Juli ben ik toen naar Deelen overgeplaatst alwaar ik de cursus gevolgd heb. Deze cursus werd in Oktober of November 1952 gevolgd door een M.T.U. cursus (een vervolgcursus voor de bewapening van de F84G Thunderjet) op het Vliegveld Volkel. In December werd ik toen overgeplaatst naar Eindhoven waar wij de eerste paar weken nog slapen moesten in de Constant Rebeque kazerne van de landmacht omdat het Kamp Zeelst nog niet klaar was, en in het Beatrixkamp niet genoeg plaats was.
Het personeel van ons squadron bestond bijna helemaal uit dienstplichtige Limburgers en Brabanders, dus je kunt je voorstellen dat het gezellig was. Het beroepspersoneel kwam pas in Juli 1953 toen de eerste dienstplichtigen de dienst verlieten. Ik ben ook nog mee geweest naar een begrafenis van een piloot die neergestort was die in Hoofddorp woonde. Zijn naam weet ik ook niet meer, misschien dat jij er nog achter kunt komen.
Wij hadden in de hangar van 314 ook nog enkele adjudant-onderofficieren van het KNIL lopen, dat waren ook technisch geschoolden. Tijdens dagen dat er weinig of niet gevlogen werd, werd er ook gevollybald.
Ik heb ook nog ergens een foto liggen waar het hele squadron opstaat die genomen is bij het 40 jarig bestaan van de luchtmacht in 1953 . Als ik die nog vind, stuur ik hem op per E-mail.
Op Zondag 1 Februari 1953 toen ik s'morgens uit de kerk kwam stond mijn vader mij al op te wachten met de mededeling dat ik direct naar de basis terug moest keren aangezien er een ramp gebeurd was in Zeeland. Om 12 uur had ik mij met mijn fiets door de sneeuw geworsteld naar het station Heerlen waar ik de trein nam naar Eindhoven. Om drie uur die middag zaten wij met een man of 14 in een truck op weg naar Bergen op Zoom. Daar zijn wij gebleven in het militair tehuis in afwachting of men ons ergens kon gebruiken. Aangezien wij zonder materiaal vertrokken waren, konden wij weer omkeren naar Eindhoven. Op Maandag werden er vrijwilligers gevraagd om terug te keren naar het rampgebied. Wij zijn toen weer met lichtaggregaten en schijnwerpers vertrokken naar Steenbergen waar wij s'nachts de mensen die de gaten in de dijk aan het dichten waren van licht hebben voorzien.
Dinsdagmorgen zijn wij toen over de ondergelopen weg naar Zijpe vertrokken en overgestoken naar Bruinisse waar het er zeer slecht uitzag. In de nacht van Dinsdag op Woensdag stak er nog eens een storm op welke wij op zolder van een ijzerwaren handel in Bruinisse met bange gevoelens hebben doorgebracht. In het geheel heb ik 19 dagen in het rampgebied gezeten.
Terug op de basis hebben wij enkele dagen extra verlof gekregen plus dat wij voor iedere dag dat wij uit de kost waren een gulden extra kregen, geteld bij het soldij van een gulden per dag wat wij kregen was dit toch weer mooi meegenomen.
Op 19 Januari 1954 ben ik gedemobiliseerd. Aangezien dat ik toen weer mijn baan als bankwerker op de mijn opgenomen heb, en dat ik als ondergronds te werk gestelde niet meer aan een herhalingsoefening heb hoeven deel te nemen, heb ik geen oude maten meer getroffen en zou ik toch graag weten wie er in die tijd nog meer in 314 Squadron gezeten hebben.

Ik kan mij nog na 50 jaar een naam herinneren van mijn collega, dit was de Korporaal Mallant, tevens hadden wij ook nog een radio-radar monteur die uit de buurt van Alkmaar kwam en ik dacht dat hij de Koning heette, maar daar ben ik niet zeker meer van. Met hem taxide ik altijd als hij het radiokompas moest instellen van de hangar naar het einde van de startbaan.Ik had dan een laddertje bij de hand en stond dan op de vleugel en hield mij vast aan de rand van de cockpit. Je had dan een gevoel alsof je opsteeg. Mooie herinneringen komen dan weer op als je over die tijd nadenkt.

Joep Coppes

Rechts vooraan
J. Coppes,
links vooraan mijn
peletonscommandant
tijdens mijn opleiding
in Nijmegen.
1e ltnt der mariniers???

 
  1953 Eindhoven.      

De gouden regel in honkbal is 3 strikes and you're out

Ik wil ook wel eens iets vertellen over de tijd van 1953-1954 toen ik bij het 314 squadron vloog op de F84G.
Op de eerste plaats was het er niet altijd zo best, als je een sergeant vlieger was.
De mentaliteit was dat ,,als je een hogere rang had, dat je een betere piloot was, dus "sergeant-onderaan", "luitenant-betere vlieger" en "kapitein-de allerbeste vlieger", wat natuurlijk de grootste onzin is, want dan zou de opperbevelhebber van de luchtmacht de beste piloot zijn die er in Nederland was.
Ook wat Campfens zei, dat als je een foutje maakte, was je 314 uit.
Je hoefde geeneens een foutje te maken, ook als je je eigen mening durfde te zeggen, was dat zo.

Voorbeeld #1

Ik vloog met nog 3 andere F84's, toen opeens mijn divebrake open ging, zonder dat ik de switch had aangeraakt.
De kapitein van de Indiesche groep was flight leader.
Ik kon ze niet bijhouden met vol gas en toen werd over de radio gezegd, dont touch those switches if you dont know what they are for, na een minuut of 2 ging de divebrake vanzelf weer dicht. Na de landing werd ik op het carpet gehaald en eens stevig de les gelezen.
Gelukkig vloog de kapitein die kist de volgende dag, en het zelfde gebeurde. Toen was het natuurlijk een mechanische fout, maar het ergste was, dat iemand over de radio ging, met: ,,somebody else doesnt know what that switch does,,.
Strike 1

Voorbeeld #2

In october '53 gingen we voor een maand naar Leeuwarden voor air-air en air-ground.
Na een air-air mission, moesten natuurlijk de gaten geteld worden in de sleepzak. Iedere vlieger had een andere kleur kogels. Die van mij waren oranje en de kapiteins waren rood.
Na geteld zei de kapt. 82 rood en 8 oranje. Ik telde 6 rood en 84 oranje, het geen natuurlijk niet kon. Toen heb ik het lef gehad om 3 soldaten die op de fiets voorbij kwamen, gevraagd om de treffers te tellen.
Uitslag 7 rood en 82 oranje.
De officiele uitslag was de volgende dag 45 rood 45 oranje.
Strike 2

Voorbeeld #3

De zwarte dag in November toen er 8 kisten verloren gingen.
Wij konden het gewoonweg niet begrijpen dat het de schuld was van Kapt. Bartelings en die daarvoor moest gestraft worden.
Toen wij dat vertelden aan de hogere officieren, was dat ook weer niet goed.
Strike 3

Toen de nieuwe squadron commandant kwam, bleef de straf dan ook niet lang uit.
Ik met nog 3 andere sergeanten vliegers....overgeplaatst naar 298 Deelen, afdeling lichte vliegtuigen.

Ex Sergeant vlieger 314 Squadron