U bevindt zich nu op: De Jaren 1952-1955 1952

1952

Het 314 squadron werd in mei 1952 opgericht onder leiding van de toenmalige Kapitein P. Bakker.
Als thuisbasis kreeg het squadron de Vliegbasis Eindhoven toegewezen en bleef tot in de 80er jaren op Eindhoven waarna het naar Gilze-Rijen verhuisde.
Niemand kon toen al vermoeden dat het squadron inderdaad de 25 jaar op Welschap zou blijven want enerzijds heeft deze relatie heel vaak en langdurig aan een zijden draad gehangen maar anderzijds is het squadron even zo vaak en langdurig elders geweest dat het niet onmogelijk geweest zou zijn als het ergens was blijven hangen.

Teruggaande naar het oprichtingsjaar 1952 blijkt dat een groep kwartiermakers van Volkel naar Eindhoven was gestuurd om het 314 squadron gestalte te geven.
Op de vliegbasis Eindhoven bestond toen al een basisvlucht met Harvards, onder leiding van Adjudant-onderofficier Bal en ter beschikking van het Commando Tactische Luchtstrijdkrachten dat in Zeelst huisde.
Eén van de mensen die met de pioniersgroep meekwam is de huidige (1977) commandant van Vliegbasis Gilze-Rijen Kolonel B. v.d. Spek.

Hij was in 1952 niet alleen vlieger en elementleader maar ook belast met de functie van technisch bevoorradingsofficier. Deze kwartiermakers hadden de beschikking over vliegtuigen van het type F-84G Thunderjets en vier toolkits waarvan drie orginele crewchief kits en één MT toolkit, gestolen van de MT Volkel.
Het squadron kreeg als area de kromme lijn aangewezen nabij de oude, nu niet meer bestaande , Tjitjak met als Ops-gebouw het huidige Bedrijfsbureau, zonder de latere aanbouw.
Aan het technische gedeelte van het squadron werd de huidige hangar B toegewezen.
In juni waren er al 10 Thunderjets op Eindhoven.

Er had echter niet alleen een verandering in het vliegtuigenbestand plaatsgevonden maar ook de eerste commandomutatie was al voorbij. Kapitein P. Bakker had het commando overgedragen aan Kapitein W. Bartelings.
Om het squadron verder maar direct z'n naam van"movesquadron" alle eer aan te doen vond er in augustus al een squadronrotatie plaats naar Wunstorf. Nr.4 squadron van de RAF uit Jever kwam er voor naar Eindhoven.
De Thunderjet vliegtuigen, geleverd door Amerika in het kader van het MDAP (Multi Defence and Assistance Programme) kwamen enerzijds via Kopenhagen naar ons land en anderzijds via een High Flight, gevlogen door Amerikaanse vliegers. Ter verwelkoming van zo'n High Flight gingen in november Majoor W. Flinterman en Captain Ligon naar Preswick in Engeland.

Dit uitstapje leverde al onmiddelijk een kapotte kist op. Ook toen al werd dan vrijwel direct een reparatieploeg gestuurd. Verschil met nu is echter dat dit met provisorische middelen diende te geschieden door een technische ondersteuningsploeg van twee man, matig gekleed, altans tegen de kou. zij reisden weinig comfortabel in een vracht Dakota en werden vergezeld door een Engelse vlieger die een band op moest halen in Engeland voor zijn in onbruik geraakte Anson.

De terugreis van de twee techneuten geschiedde eveneens in het licht van die tijd.
Een van deze techneuten was de huidige (1977) 1e Luitenant E. Koek.
Eerst per trein naar Londen. Per taxi dwars door Londen en later met trein en boot naar het vasteland.
Dit alles begeleid door een toolkit en wat ander motorequipment tot een gewicht van 60 kg.
Als anecdote mag dan nog wel vermeld worden dat de kapotte Thunderjet op Preswick door een
minder juiste analyse van Majoor Flinterman, geen 314 kist was maar een van 311.
De Amerikaanse High Flight kwam overigens zonder brokken op 25 november op Eindhoven aan.
Het oprichtingsjaar werd zonder ongelukken afgesloten.

<<<----- Vorige - Volgende ----->>